De Gele Rups 11. De Dam

17 GELE RUPS 2kopie

LIJN 17    

Hoofdstuk 11 De Dam 

Pagina 50 in het boek

DE DAm

De Dam

De Dam is het kloppende hart van Amsterdam. Vergeleken met vroeger is het nu een vredig plein waar u vele straatartiesten en duiven kunt vinden. De Dam heeft een roerige geschiedenis. Rond 1270 werd er op deze plek een dam in de Amstel gebouwd. De Dam was ooit de centrale marktplaats van Amsterdam waar alle denkbare handelswaar werd verkocht.
 
Het  drukst bezochte plein van Amsterdam is hoogstwaarschijnlijk de Dam. Dat komt vooral door de centrale ligging in het centrum van Amsterdam. De Dam ontleent zijn naam aan de eigenlijke functie die het plein in het begin had: het was namelijk een dam in de Amstel, die tussen 1204 en 1275 werd gebouwd. De meest waarschijnlijke datum ligt tussen 1265 en 1275. De Dam vormde de eerste verbinding tussen de nederzettingen aan de Warmoesstraat en de Nieuwendijk aan weerszijden van de rivier. Er zat een sluis in de dam, waarmee schepen geschut konden worden en waarmee ook gespuid kon worden. Door af en toe het water met grote kracht richting IJ te laten stromen, werd de haven (het Damrak) uitgeschuurd. De bovenkant van de dam werd geleidelijk breder, en de schutfunctie verdween. De dam werd groot genoeg voor een plein, dat de kern van de stad werd en waaromheen de stad zich verder ontwikkelde. Oorspronkelijk waren het twee pleinen. De eigenlijke dam heette Middeldam, het westelijke deel ontstond na 1390 en werd tot in de 16e eeuw Plaetse genoemd. In 1795 is de naam tijdelijk veranderd in Revolutieplein en ten tijde van Napoleon (tot 1813) in Napoleonplein. Een gedeelte van de Dam aan de zijde van De Bijenkorf heeft de naam Vissersdam gedragen, omdat hier vis werd verhandeld. Hier was tot 1841 de vismarkt. Het deel aan het Rokin heette Vijgendam. Beide namen zijn in 1957 vervallen. Sindsdien strekt de Dam zich uit van de Mozes en Aäronstraat tot aan de Damstraat. Vanaf de 14e eeuw was de Dam niet alleen geografisch, maar ook bestuurlijk het centrum van de stad. Het Oude Stadhuis van Amsterdam stond aan de westkant van de Plaetse, tussen de Nieuwendijk en de Kalverstraat, totdat het in 1652 door brand werd verwoest. Daarna verrees hier het nieuwe Stadhuis (Paleis op de Dam). Ten noorden van het stadhuis verrees vanaf 1408 de Nieuwe Kerk, die tot in de 17e eeuw werd uitgebreid en verfraaid. Tegenwoordig domineert dit gebouw de noordwestzijde van de Dam.